Tijdens veel zelfcompassie-trainingen die ik aan zorgprofessionals geef, komt altijd ter sprake hoe moeilijk het is om toe te geven dat je overspannen bent of tegen een burn-out aanloopt. Waarom roept burn-out zoveel schaamte op? En hoe zorg je goed voor jezelf in een werkomgeving waar de druk hoog ligt en waar geen ruimte is om op je rem te trappen?
Schaamte om tekort te schieten
Een arts vertelde dat ze aan het oefenen was om te zeggen ‘ik ben een burned-out dokter’. Het voelde voor haar als een persoonlijk falen. Meerdere zorgprofessionals herkennen dat. Het gevoel te kort te schieten als je door de hoge werkdruk niet meer de zorg kunt geven die je graag wilt geven.
’s Nachts wakker schrikken omdat je bang bent dat je iets belangrijks vergeten bent, of iets belangrijks gemist hebt. Of omdat je iets hebt gedaan waar je eigenlijk niet achter staat. Of omdat je die patiënt had beloofd nog even langs te komen maar het glad bent vergeten. Zelf ook klachten krijgen voelt als het ultieme tekort schieten.
Werk is een groot deel van het leven
Toen ik aan de betreffende arts vroeg hoeveel tijd ze besteedde aan haar werk bleek dat ze de afgelopen jaren meer tijd had besteed aan haar werk dan aan wat dan ook in haar leven. En toch voelde het niet als genoeg. Dat veroorzaakte schaamte.
Door de pandemie kwam het besef dat dit niet alleen aan haar lag: nu was er een duidelijke oorzaak. Het was niet heel erg raar dat zij het niet aan kon en dat gaf ruimte. Maar ondertussen was ze volledig op; haar lijf wilde geen lange dagen meer op de benen staan, haar hoofd voelde regelmatig wazig en haar emoties gingen alle kanten op.
Kortom: alle symptomen van een burn-out.
Is burn-out wel een goede term?
Burn-out impliceert dat jij niet (meer) in staat bent om met de stress om te gaan en dat jij dus moet leren om dat wel te kunnen. En zo wordt er ook gehandeld. De zorgprofessional die uitvalt moet hulp zoeken om beter te leren omgaan met de stress. Als dat gelukt is, kan je weer aan het werk. Terug naar de werkplek waar niets veranderd is.
Maar voor heel veel zorgprofessionals komt de stress ook door externe factoren, zoals een te hoge werkdruk, toenemende (en soms onzinnige) administratielast, onvoorspelbare en lange werkuren. Burn-out is overigens geen officiële diagnose, dus is er ook geen algemeen geldende consensus over wat het nu precies is.
Hoe je iets ervaart komt ook door de woorden die we eraan geven
De afgelopen 1,5 jaar werd vaak oorlogstaal gebezigd als het ging over de zorg:
“Zorgprofessionals in de frontlinie in de strijd tegen het coronavirus”
Taalgebruik wat mij tegen de borst stuitte, maar dat er wel voor zorgde dat ik aan de term ‘Moral Injury’ moest denken.
Moral injury (letterlijk morele verwonding) ontstaat als je in situaties terecht komt die in gaan tegen alles waar jij voor staat. Het gaat samen met de onmacht om iets aan die situatie te kunnen veranderen en daarop volgen gevoelens van schuld en schaamte en er is vaak sprake van zelfverwijt.
Opgelopen morele schade
Moral injury is een normale menselijke reactie op een abnormale (traumatische) situatie waarbij je morele waarden worden overschreden. Moral injury is dus opgelopen morele schade.
Belangrijke morele waarden die je ertoe brachten om in de zorg te gaan werken en je in te zetten voor zieken en kwetsbaren, zijn door het zorgsysteem beschadigd. Het hidden curriculum zoals beschreven door Marga Gooren in ons boek ‘Hart voor de dokter, met zelfcompassie aan het werk’ draagt hier ook aan bij.
Luisterend naar alle zorgprofessionals die ik in de afgelopen jaren heb gesproken en getraind, heb ik een vermoeden dat morele beschadiging een belangrijke rol speelt bij het hoge percentage burn-out onder onze zorgprofessionals.
Wat mij opvalt in deze gesprekken is de enorme veerkracht, draagkracht, creativiteit, compassie en energie waarmee zij zich, ondanks alles, blijven inzetten voor de patiënten die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Maar hoe goed wordt er eigenlijk voor hen gezorgd?
Zorg voor de mensen in de zorg
Hoe zorgzaam is onze gezondheidszorg voor de mensen die er werken? Hoeveel autonomie hebben zij? Doet hun mening er echt toe? Wordt er rekening met hen gehouden bij het maken van het beleid? Hoeveel zeggenschap hebben zij over de zorg die ze verlenen? Hoeveel tijd hebben zij eigenlijk voor iedere patiënt? En hoe vaak kunnen ze niet doen wat ze graag zouden willen doen; iedereen de beste zorg geven.
Luisterend naar zorgprofessionals valt er nog heel wat te verbeteren aan de zorg voor hen. Daarom denk ik dat het tijd is om te stoppen met de term burn-out. Omdat het daarmee te makkelijk als een individueel probleem van de zorgprofessional wordt gezien.
Laten we het vanaf nu moral injury noemen. Dat maakt het tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zorgprofessionals hoeven niet verantwoordelijk te zijn voor de opgelopen morele schade, maar het gezondheidszorgsysteem, de overheid en onze maatschappij wel.
Met zijn allen zullen we het systeem moeten veranderen. De zorg moet een plek zijn die niet alleen goed zorgt voor de patiënt maar ook voor de zorgprofessional.
Gepubliceerd op 23 november 2021 – laatst bewerkt op 20 februari 2025
Bron beeld: Antoni Shkraba via Pexels